Re-integreren, zwaar werk

 

Dan gaat het niet meer. Wat dan? Na de ziekmelding, de ARBO-arts, arbeidsdeskundige, P&O en een periode thuis volgt de re-integratie. Weer voorzichtig beginnen op therapeutische basis en in de loop van de tijd het aantal uren uitbreiden tot je er weer helemaal bent. Dat is niet makkelijk en vraagt een bijdrage van ieder.

Als leidinggevende zit je dan met een onduidelijke situatie. Je mist een medewerker, er zijn taken die verdeeld moeten worden onder de collega´s zonder dat bekend is voor hoe lang, Je bent verantwoordelijk voor de re-integratie en het ontbreekt je vaak de tijd en de ervaring. Om de re-integratie zo goed mogelijk te laten verlopen ga je op zoek naar eenvoudige, zinvolle, niet stressvolle en niet-urgente werkzaamheden. Die zijn schaars.

Ben je degene die re-integreert dan voel je je vaak niet echt welkom. Alles ging door toen je er niet was, je werk is verdeeld of overgenomen, soms ook je werkplek. Je kunt nog niet veel en vindt dat vervelend voor je collega’s en je leidinggevende. Daarnaast speelt de vraag: hoe krijg ik weer plezier in mijn werk, kan ik het wel? Ga ik van baan veranderen of ga ik het anders doen of beide? Je hebt nog weinig energie in een stressvolle situatie.

Voor leidinggevenden die integreren speelt nog een extra complicatie. Het opdelen van een functie in verschillende deeltaken waarvan je er in de loop van de re-integratie steeds meer van gaat uitvoeren, is op managementniveau bijna niet mogelijk.

Re-integratie vraagt een goed overleg tussen alle betrokkenen en waar mogelijk persoonlijke ondersteuning voor degene die re-integreert. Niet alleen om de re-integratie te begeleiden maar ook om de oorzaken te onderzoeken en te zoeken naar de inzichten voor de toekomst.

Als je re-integreert:

  • Vuistregel is dat herstel net zo lang duurt als de periode van het ontstaan. Accepteer dat je niet meer kan dan je kunt.

  • Ga zo snel mogelijk weer terug naar de werkomgeving.

  • De Arbo-arts bepaalt je belastbaarheid.

  • Vraag tijd en hulp van je leidinggevende.

  • Heb vertrouwen dat het goed komt, herstel is een proces.

  • Blijf in beweging letterlijk en figuurlijk.

  • Behoud en neem de leiding en het initiatief voor zaken die belangrijk zijn, laat de rest over aan anderen.

  • Bepaal je eigen grenzen. Ga er van uit dat jij de expert bent, je collega’s en leidinggevenden kunnen niet weten wat voor jou belangrijk is en wat je wel en niet kunt.

  • Zoek met je leidinggevende naar taken die wel betekenisvol maar niet stressvol zijn.

  • Ga steeds op zoek naar je grenzen en verleg ze zo. Als je te ver gaat merk je dat vanzelf.

  • Calculeer een terugval in, ze horen bij het verkennen van je grenzen en bedenk van te voren wat je dan gaat doen.

  • Onderzoek wat de oorzaak is van je burn-out. Ga daar dan mee aan de slag en vraag daar hulp bij.

  • Onderzoek pas of je op de goede plek zit als je weer volledig aan het werk bent.

Als leidinggevende:

  • Zoek informatie over burn/out en re-integratie.

  • Wees alert op signalen van overbelasting van medewerkers (vaker ziek, werk steeds niet af, onzichtbaarheid, vragen om hulp, emotionaliteit) en overleg met P&O en / of grijp in (medewerkers zien het vaak nog niet of willen er niet aan).

  • Vuistregel is dat herstel net zo lang duurt als de periode van het ontstaan

  • Deel de verantwoordelijkheid voor de re integratie met de medewerker, ARBO-arts en P&O.

  • Overleg regelmatig met de ARBO/arts over de belastbaarheid van de medewerker. Bij twijfel over het oordeel van de ARBO/arts vraag een deskundigenoordeel aan bij het UWV. Onderzoek of er structurele oorzaken zijn en los ze op.

  • Vraag advies als er een conflict speelt.

  • Maak samen met je medewerker een plan dat je steeds samen bijstelt.

  • Maak tijd voor regelmatig contact.

  • Help bij het oplossen van problemen laat de medewerker de eigen verantwoordelijkheid.

  • Ondersteun de medewerker bij zijn onderzoek naar persoonlijke aspecten en loopbaanvragen.

Wat je overwint maakt je sterker!

 
Sandra KeusEerste